Dinsdag 27-02-2018: Vliegtuig ergens boven Nederland


Omdat vliegen voor mij sowieso iets nieuws was, was eigenlijk alles dat er tussen het inchecken op Schiphol en het compleet langs de ellenlange wachtrijen vol chagrijnige mensen bij de douane in Sydney lopen, gebeurde noemenswaardig. Maar waar knopen moeten worden doorgehakt, moeten lastige beslissingen worden gemaakt. Ik kan immers niet alles opschrijven hier. Wat mij vooral verwonderde was het feit dat er ongeveer 300 verschillende spelletjes gespeeld konden worden op het kleine videoschermpje gedurende de vlucht. Zowel tegen de computer, als tegen een willekeurige mede-passagier die elders in het vliegtuig om onduidelijke redenen ook op precies dat moment zin heeft om pim-pam-pet of memory te spelen. Dat deed ik dus.


Voor werd het zeeslag. Hoewel ik een fervent zeeslag-fan ben, was het niet mijn keuze om dit spel te spelen, maar die van Jordi. Jordi (althans, dat was de naam die hij koos in het spelletje dat we tegen elkaar speelden), kwam uit Leiden en was naar schatting begin veertig. Misschien nog net eind dertig. Samen met Jelt, zijn uit dezelfde stad afkomstige metgezel, was hij op weg naar Bangkok, Thailand, om daar een oude vriend van hen op te zoeken die twee jaar daarvoor met een Thaise was getrouwd. Een Thaise 'wat' werd niet helemaal duidelijk. Volgens de twee was het een Thaise vrouw, maar de gebaren die erbij gemaakt werden en de schunnige blikken maakten het allemaal wat ingewikkelder dan dat het op het eerste oog leek.


Afijn, terug naar zeeslag. Het eerste potje, dat regelmatig werd onderbroken door Arabische instructiefilmpjes over vliegveiligheid, resulteerde in een denderende overwinning voor ondergetekende. Hoewel ik geen idee had hoe het zat met de veiligheid en boord en hoe mijn reddingsvest werkt, mocht dat eventueel in een donker scenario nodig zijn, begon ik met een tevreden gevoel aan het tweede potje. Toch was het Jordi die de onafgesproken 'best of five'-serie overtuigend met 3 - 1 wist te winnen. Waarschijnlijk lag dit aan de plaatsing van mijn schepen, die ik allemaal dicht op elkaar had gezet in de hoop dat de tegenpartij mis zou blijven schieten. Waarschijnlijk. Toch toonde ik mij een slechte verliezer door de Leidenaar in de stoel naast mij te verdenken van vals spelen toen hij bij het laatste potje niet eens meer de moeite nam om mij ook maar het idee te geven dat hij niet had afgekeken. Toen al mijn boten gezonken waren, telde ik slechts vijf gemiste schoten vanaf zijn kant. Om zijn eigen woorden te gebruiken: ''Hoeveel mazzel kan je hebben.''