Omdat Australië regelmatig te maken heeft met bosbranden, zijn er op meerdere plekken borden (zie foto) te vinden die aangeven hoe groot de kans op (lees: het gevaar voor) een bosbrand is. Nou is dat op het eerste oog een uiterst handige indicatie over de brandveiligheid, mocht je van plan zijn om een kampvuur te maken of een 'ciggie' op te steken om die vervolgens achteloos weg te gooien in de soms gortdroge bush. Australië zou echter Australië niet zijn als deze borden voor meer verwarring zouden zorgen dan bedoeld.


De waarschuwingsborden in kwestie staan aan de rand van de meeste kleinere bergdorpjes. De plaatselijke bosbrandbrandweer (wat overigens een fantastisch woord voor galgje is), die in bijna alle dorpjes aanwezig is, zorgt ervoor dat deze dagelijks aangepast worden. Dit gebeurt echter niet op basis van een scala aan ingewikkelde, wetenschappelijke berekeningen, maar gewoon met de hand. Iedere ochtend komt er een man -waarschijnlijk genaamd Bruce of Steve-, met een stoere cowboy-achtige hoed en stevige schoenen aangereden, om vervolgens te besluiten hoe hoog het gevaar voor een bosbrand is. Nou is het flauw om daar wat van te zeggen, want het zijn grotendeels vrijwilligers die dat doen. Zij waken dus over de veiligheid van duizenden anderen. Een belangrijke taak. En door de dagelijkse routine weten de plaatselijke Bruce's of Steve's precies hoe groot het gevaar is.


Althans, dat is te hopen. Want het bord, dat in zes verschillende gekleurde vakken (van groen tot donkerrood) is ingedeeld, kent eigenlijk maar twee echte verschillen: Laag en hoog. Na het eerste vlak, een groen vlak met de tekst 'low' erop, geeft het volgende vak al gelijk 'high' aan. Dit vak is, geheel logisch, blauw gekleurd. Want blauw is de internationale kleur voor gevaar, dat weet iedereen. Maar de kans is dus laag of al gelijk hoog: een beetje kans op een bosbrand bestaat kennen ze hier niet.

Na het blauwe vlak volgen nog 'very high' (geel), 'servere' (oranje), 'extreme' (rood) en 'catastrophic' (donkerrood-zwart). Hoe en wat deze termen precies inhouden, is onduidelijk. In instructiefilmpjes die online te vinden zijn, wordt mensen aangeraden om bij servere al hun woning te verlaten, tenzij ze deze écht goed kunnen verdedigen. Voor ieder niveau hoger geldt hetzelfde, alleen wordt er een extra 'écht' aan het advies toegevoegd. Dus alleen als je je huis écht écht goed kan verdedigen. Onderlinge verschillen of waarop de termen gebaseerd zijn, blijft achterwege.

Onderaan de borden staan de woorden 'Prepare. Act. Survive.' In de al eerder genoemde filmpjes op internet wordt deze tekst meermaals herhaald wanneer er vrolijk over bad fire danger days wordt gesproken. Er is dus wel degelijk over nagedacht. Helaas blijft het nog steeds onduidelijk hoe de terminologie tot stand komt. Ik zie vooral voor me hoe de plaatselijke Bruce, met een allesverwoestende bosbrand op zijn hielen, in alle nood besluit de pijl op het waarschuwingsbord te veranderen van extreme naar catastrophic. Zodat al het verkeer dat zich in de richting van deze brand des doods begeeft, weet waar dat het echt menens is, en niet zomaar een extreme bosbrand.