'Ik ben blij dat ik in Nederland woon'. Die gedachte schoot door mijn hoofd, ongeveer 30 minuten nadat ik geland was. Dat was niet vanwege het feit dat het om 8 uur in de ochtend al 25 graden was of vanwege het feit dat de felle zon in Australië niet te vergelijken is met de laffe zon waarvan wij in Nederland 's zomers genieten. Nee, het was vanwege het chaotische verkeer in Sydney, dat ik vol bewondering aanschouwde vanuit de auto.


Nu begrijp ik het spitsuur was, dat Sydney een wereldstad is -en dus ietsjes drukker is- en dat mensen in een stad nou eenmaal meer haast en dus minder geduld hebben dan elders. Maar het verkeer in Sydney was in niets te vergelijken met het verkeer dat ik elders heb meegemaakt. Het verkeer in Australië valt te omschrijven als een soort survival of the fittest, maar dan op de weg. Wil je inhalen via de rechterbaan? Knipperlicht aan en gaan. Spiegelen of over de schouder kijken of de rijstrook wellicht al bezet is door een mede-weggebruiker is hoogstens een pré te noemen. Een smalle straat? De auto die het hardst op de ander af rijdt heeft voorrang. Althans, als bijrijder hoop je maar dat er voorrang verleend wordt. Fietsen op de snelweg? Ja ook hoor. Er is zelfs een aangewezen fietsstrook voor met speciaal ontworpen plekken waar je de in- en uitvoegstrook kan oversteken. Dit alles vanzelfsprekend zonder ook maar iets van een hekwerk om de fietser te beschermen. Compleet veilig wanneer er vrachtwagens met 120 kilometer per uur langs sjezen...


Nadat ik meermaals mijn verwondering kenbaar had gemaakt over alle onveilige situaties (het waren er zoveel, dat ik slechts de drie hierboven kan herinneren. Maar het idee is duidelijk) die ik onderweg zag, begon mijn neef te lachen. ''As they say: Aussies are the nicest people you will ever meet. Until they get into a car.'' Een citaat waarmee hij, in mijn ogen, de spijker op zijn kop slaat. Australiërs hebben namelijk de nare gewoonte om zich voor alles te verontschuldigen. Zelfs als het niet hun schuld is of als er niet eens iets is waarvoor je je zou hoeven te verontschuldigen. Dat volgt meestal dan met een geruststellende 'no worries, mate', vanaf de andere partij. Maar in het verkeer gold deze beleefdheid blijkbaar niet. Het recht van de sterkste, dat is wat telt.