Het waren geen krokodillen, dodelijke spinnen, slangen of vliegende haaien die mijn familie het meest deden bewegen. Het waren muizen. Grote, vleesetende muizen? Nee, gewoon muizen. Zoals we die in Nederland ook kennen. Het, voor mij goed herkenbare, geluid van muizen die in de muur van het huis zitten en rondlopen, was de aanleiding voor een jacht op muizen, die na twee weken nog steeds gaande is.


Toen ik overdag in de keuken stond en aan Jacob kenbaar maakte dat ik een geluid hoorde (altijd goed om te doen, het kan echt van alles zijn), veranderde zijn doorgaans lieve en onschuldige blik direct: In zijn ogen was een soort overlevingsmodus te herkennen, die ik tot dan toe alleen nog maar in filmpjes van Steve Irwin tegen was gekomen. Hij sprong op, sloop naar de keuken en speurde de omgeving af om de bron van het geluid te vinden. In mijn gedachten schoot een lijst van -al dan niet verzonnen- beesten die tussen twee muren passen én in staat zijn om een mens te doden of te verwonden.

Na enkele minuten van doodsangst kwam er verlossing: Jacob had de oorzaak van het geluid gevonden. Hij haalde diep adem en keek mij serieus aan: ''It is probably a mouse.''

''I didn't want to scare you'', was de uitleg van mijn neef achteraf, toen ik het voorval op een wat spottende wijze met de rest van de familie deelde. Een nobel idee van hem, want met alle andere beesten die ik inmiddels ben tegengekomen, was het geen overbodige geruststelling.


De avond erop kwamen ze (ja ze, want het bleek om meer dan één te gaan) terug, de muizen. Mijn tante stond nietsvermoedend in de keuken, toen er een muis langs haar benen schoot. Gillend, op een manier die gebruikelijk is voor cartoons, sprong ze op. De conclusie was snel getrokken: nu er onschuldige vrouwen slachtoffer waren geworden van deze nietsontziende beesten, moesten ze gevangen worden. Helaas voor iedereen hier in huis, nog zonder succes.